• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Bluff Your Way Into...
Bluff Your Way Into
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Sociaal constructivisme
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Sociaal constructivisme

Definitie

...

Alias: ...

instructioneel ontwerp instructional design

Sociaal constructivisme

Het sociaal constructivisme is een stroming die het leerproces ziet als een actief proces van kennisverwerving, waarbij de kennis ontstaat en gedeeld wordt met anderen. Een van de principes is dat leren een proces is van kennis construeren. Daarbij bouwt de leerkracht verder op de aanwezige kennis. Het leren vindt steeds meer onder de eigen verantwoordelijkheid van de leerling plaats. Het is van belang om te leren in de context. Hierbij is een rijke leeromgeving onmisbaar. Het sociaal constructivisme heet ook wel constructivisme. Deze stroming komt voort uit de cognitieve psychologie en is ontstaan rond 1980.


Bron: https://wij-leren.nl/sociaal-constructivisme.php

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:23  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Serious gaming
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Serious gaming

Definitie

...

Zie ook:


Alias: ...

instructioneel ontwerp instructional design

Serious gaming


Serious games zijn spellen waarvan het doel niet als eerste vermaak is. Het zijn non-entertainment games met een leerdoel zoals kennis of vaardigheden. Een serious game kan een papieren bord- of kaartspel zijn, maar tegenwoordig neemt het vooral een hoge vlucht als computerspel.

In serious games wordt door toevoeging van game elementen op een uitdagende manier iets overgebracht of geoefend. Er wordt steeds meer gebruik van gemaakt in het onderwijs, de gezondheidszorg, defensie en het bedrijfsleven. De werkelijke situatie wordt zo realistisch mogelijk nagebootst. Dit kan zijn in de vorm van een videogame, rollenspel of simulatie. De deelnemer kan risico’s nemen en fouten maken in een veilige leeromgeving doordat het effect van zijn handelen fictief is. De games zijn praktijkgericht en door toevoeging van game elementen wordt er op een uitdagende manier iets geleerd of overgebracht.

Het is belangrijk dat de verschillende leerdoelen goed geïntegreeerd worden in de verschillende game-elementen van de game, zodat een coherente leeromgeving ontstaat waarin kennis en vaardigheden worden opgedaan.

Serious games en gamification worden soms met elkaar verward. Het belangrijkste verschil is dat een serious game een volledig spel is van een nagebootste werkelijkheid. Bij gamification worden spelelementen toegevoegd aan een bestaande werkelijkheid.

Bron: https://wij-leren.nl/serious-games.php

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:23  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Leermiddel
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Leermiddel

Definitie

...

Alias: ...

 

 

leermiddel

Leermiddel

Informatiedragers die leerprocessen ondersteunen

Bron: Lesgeven en zelfstandig leren, Tjipke van der Veen & Titus Geerligs

leermiddel

WAT ZIJN LEERMIDDELEN?

Bij het woord 'leermiddelen' denken we vaak aan (papieren) producten die gebruikt worden ten behoeve van onderwijs en opleiding. Voor deze producten zijn veel verschillende benamingen bedacht. In het reguliere onderwijs hebben we het vaak over methoden. Een verwante term is schoolboeken, of leerboeken.

In het hoger onderwijs wordt vaak gesproken over syllabi, readers, modulen. Maar zijn handleidingen, 'job aids', toetsen, atlassen, woordenboeken, romans en studiewijzers ook leermiddelen?

Er zijn grofweg twee manieren om het begrip leermiddelen te definiëren.

Brakenhoff en Homminga (1995) omschrijven leermiddelen of media als hulpmiddelen die de leerkracht en/of de leerling in de onderwijsleersituatie kan gebruiken om leeractiviteiten op gang te brengen. Leermiddelen zijn dus instrumentele hulpmiddelen binnen het proces van onderwijzen en leren. Het begrip leermiddel krijgt daarmee pas betekenis door het gebruik dat een leerkracht/leerling ervan maakt. Pas dan is een middel een leermiddel. In essentie zijn dan alle objecten (en subjecten) die gebruikt worden om aan en van te leren leermiddelen. Dan kunnen ter observatie in een biologieles meegebrachte dieren in de klas ook leermiddelen worden. Dan kan de hele wereld uit leermiddelen bestaan. Het lastige van deze utiliteitsbenadering is dat je de kwaliteit van leermiddelen niet vooraf kunt bepalen, los van het gebruik.

De tweede manier om leermiddelen te definiëren is uit te gaan van het doel waarmee een leermiddel gemaakt is: om leren te faciliteren. Min (a000) geeft aan dat er een duidelijk onderscheid is tussen leermiddelen, instructiemiddelen, communicatiemiddelen en hulpmiddelen. Het is hier vooral een intentionele kwestie: leermiddelen zijn leermiddelen als ze de bedoeling hebben leren te faciliteren. Deze intentionele benadering maakt het mogelijk de kwaliteit c.q. de rol van een leermiddel ook te kunnen bepalen, min of meer los van het gebruik. Daarvoor is het van belang om te achterhalen wat er nodig is om tot leren te komen. Van daar uit kan gericht gekeken worden naar de rol van een leermiddel in een opleiding.

(...)

Leermiddelen zijn teksten en/of beelden die bedoeld zijn om het leren te faciliteren, in die zin dat de leerinhouden geselecteerd en geordend zijn met het oog op te bereiken leerdoelen, en die aanzetten tot het uitvoeren van leeractiviteiten en van activiteiten die het leerproces reguleren.

Leerfuncties van leermiddelen

Hierboven hebben we een viertal functies van leermiddelen aangegeven als het om de ondersteuning van het leerproces gaat. Kort gezegd hebben die te maken met:

- het selecteren en organiseren van leerinhouden;

- het aanzetten tot handelen aan die leerinhouden;

- het reguleren van het leerproces:

- het representeren ervan in beelden en teksten.

Bron: De verleiding weerstaan over de noodzaak van het doordacht ontwerpen van opleidingen, M. Banens, A. B. H. Wilkens, E. L. C. de With

leermiddel

Leermiddelen

Hulpmiddelen en media zijn alle dragers en verstrekkers van inhoud.

Bron: samenvatting artikel Westhoff, G.J. (1981). Inleiding en model didactische analyse.

leermiddel

Wat zijn leermiddelen

Bij het woord 'leermiddelen' denken we vaak aan (papieren) producten die gebruikt worden ten behoeve van onderwijs en opleiding. Voor deze producten zijn veel verschillende benamingen bedacht. In het reguliere onderwijs hebben we het vaak over methoden. Een verwante term is schoolboeken, of leerboeken. In het hoger onderwijs wordt vaak gesproken over syllabi, readers, modulen. Maar zijn handleidingen, `job aids', toetsen, atlassen, woordenboeken, romans en studiewijzers ook leermiddelen?

Er zijn grofweg twee manieren om het begrip leermiddelen te definiëren. Brakenhoff en Homminga (1995) omschrijven leermiddelen of media als hulpmiddelen die de leerkracht en/of de leerling in de onderwijsleersituatie kan gebruiken om leeractiviteiten op gang te brengen. Leermiddelen zijn dus instrumentele hulpmiddelen binnen het proces van onderwijzen en leren. Het begrip leermiddel krijgt daarmee pas betekenis door het gebruik dat een leerkracht/leerling ervan maakt. Pas dan is een middel een leermiddel. In essentie zijn dan alle objecten (en subjecten) die gebruikt worden om aan en van te leren leermiddelen. Dan kunnen ter observatie in een biologieles meegebrachte dieren in de klas ook leermiddelen worden. Dan kan de hele wereld uit leermiddelen bestaan. Het lastige van deze utiliteitsbenadering is dat je de kwaliteit van leermiddelen niet vooraf kunt bepalen, los van het gebruik.

Boekaerts en Simons (1995) zeggen dat iemand leert of iets heeft geleerd, wanneer er een relatief stabiele verandering in zijn of haar gedrag of in gedragsdisposities geconstateerd kan worden die het gevolg is van leeractiviteiten en die een zekere mate van wendbaarheid heeft. Er wordt gesproken van leren wanneer iemand meer kennis heeft verworven, iets van buiten heeft geleerd, een regel heeft leren toepassen, een vaardigheid heeft verworven, vooruitgang heeft geboekt, een andere houding heeft aangenomen, naar gelang het leerdoel.

Leren en kennis zijn in bovenstaande definities onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarmee onderscheidt leren zich van 'informatie opdoen', een activiteit waarmee leren en kennis opdoen nogal eens verward wordt. Er is echter verschil tussen informatie vergaren en kennis opdoen. Informatie heeft iets vluchtig. je hebt die rul nodig, er is geen noodzaak de informatie te onthouden, want je kunt die morgen zo weer opzoeken. Kennis opdoen, iets weten, gaat verder die kennis heb je weer nodig om andere dingen te leren, is verankerd in een groter betekenisvol geheel; die mag niet 'vergeten' worden en moet een goede plek in onze cognitieve structuur krijgen. Kennis is duurzamer dan informatie.

Aangezien spoorboekjes, kookboeken en woordenboeken slechts bedoeld zijn om informatie te verschaffen, en geen kennis, zijn dat dus geen leermiddelen. Leren hoort bij kennis, niet bij informatie. En dus zijn naslagwerken geen leermiddelen: evenmin als encyclopedieën, atlassen en studiewijzers. Dit zijn informatiemiddelen, geen leermiddelen.
We leren niet alleen kennis, ook vaardigheden. Net als bij het leren van kennis gaat het bij een vaardigheid ook om de wendbaarheid van de geleerde vaardigheid, niet om techniekjes. Een gerecht klaarmaken volgens een instructie (techniek) maakt je nog geen kok (vaardigheid). Bij het aanleren van een vaardigheid zijn trouwens ook altijd kennis en begrip vereist. Handleidingen en job aids zijn dus niet per definitie leermiddelen.

Willen we vaststellen wat de rol van leermiddelen in een opleiding moet zijn, dan is het van belang te weten wat nodig is om tot (intentioneel) leren te konten:

- een lerende die wil leren en in staat is tot leren;

- een werkelijkheid (inhoud, 'content') waaraan of waarover geleerd wordt, al of niet gerepresenteerd in (digitale) teksten en/of beelden;

- een cognitieve, affectieve en/of psychomotorische handeling met die werkelijkheid (al of niet samen met andere lerenden uitgevoerd);

- een of meer monitoren die het handelen aan die werkelijkheid reguleren (docenten, studiewijzers, job aids e.d.).

Uit bovenstaande essenties van leren zijn de belangrijkste functies van leermiddelen af te leiden:

Het aanbieden van leerinhouden (content): ieder leren vindt immers plaats aan inhoud. Deze is zodanig geselecteerd en geordend dat leren gefaciliteerd wordt. Dat is een eerste wezenskenmerk van leermiddelen: (1) Met het oog op te bereiken leerdoelen geselecteerde en geordende leerinhouden.

(2) Het aanzetten tot cognitief, affectief, en/of psychomotorisch handelen zodat leren plaats zal vinden: lezen, luisteren, praten, spelen, opdrachten maken enzovoort.

(3) Het representeren van de inhoud en het handelen in (digitale) teksten en beelden, in een zodanige vorm dat leren er optimaal door bevorderd wordt.

(4) Het ondersteunen van de regulering van het leerproces.

Zoals eerder aangegeven: leermiddelen zijn leermiddelen als ze de bedoeling hebben leren te faciliteren. En die bedoeling is dus af te leiden uit:

— het feit dat de leerinhouden met het oog op de te bereiken leerdoelen geselecteerd en geordend zijn;

— het feit dat er activiteiten zijn opgenomen die lerenden moeten uitvoeren;

— het feit dat de representatie in teksten en beelden zodanig gericht is vormgegeven dat leren er optimaal door mogelijk wordt;

— het feit dat er regulerende maatregelen opgenomen zijn om het leerproces te ondersteunen.

Het is dan ook de combinatie van deze vier intentionele kenmerken die maakt of leermiddelen als zodanig benoemd kunnen worden. Daarmee onderscheiden leermiddelen zich van leerobjecten, leerbronnen en educatieve content, waar slechts één of enkele van deze kenmerken gelden.


Nu kunnen we een omschrijving geven van het begrip leermiddelen:

Leermiddelen zijn teksten en/of beelden die bedoeld zijn om het Ieren te faciliteren, in die zin dat de leerinhouden geselecteerd en geordend zijn met het oog op te bereiken leerdoelen, en die aanzetten tot het uitvoeren van leeractiviteiten en van activiteiten die het leerproces reguleren.

Leerfuncties van leermiddelen

Hierboven hebben we een viertal functies van leermiddelen aangegeven als het om de ondersteuning van het leerproces gaat. Kort gezegd hebben die te maken met:

- het selecteren en organiseren van leerinhouden;

- het aanzetten tot handelen aan die leerinhouden;

- het reguleren van het leerproces;

- het representeren ervan in beelden en teksten.

Bron: De verleiding weerstaan - Over de noodzaak van het doordacht ontwerpen van opleidingen, M. Banens, A.B.H. Wilkens, E.L.C. de With & A. Reints

Tags:
Laatst aangepast op dinsdag, 02 maart 2021 20:42  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Didactisch model
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Didactisch model

Definitie

...

Alias: ...

 

didactisch model

Didactisch model

Model dat beschrijft geeft van de essentiële aspecten die bepalend zijn voor het didactisch handelen en de relaties tussen deze aspecten.

Het belang van een goed didactisch model bestaat erin dat het de onderwijsleersituatie op een vereenvoudigde wijze, maar zoveel mogelijk in haar meest relevante aspecten weergeeft, en daardoor het didactisch handelen doorzichtig en hanteerbaar maakt. Het kan steun bieden bij het zelf voorbereiden, geven en evalueren van lessen. Het biedt tevens een referentiekader voor het didactisch denken in het algemeen.

Bron: Psychodidactiek, Jos Tielemans

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 14:11  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Leerinhoud
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Didactisch model

Definitie

...

Alias: ...

 

didactisch model

Leerinhoud

Alles wat niet tot het natuurlijke gedragsrepertorium van de mens behoort, kan het voorwerp uitmaken van een leerproces en dus een leerinhoud zijn. Een bepaalde leerinhoud behoort in principe tot één van de drie leergebieden. Kennis en cognitieve vaardigheden behoren ongetwijfeld tot het cognitieve leergebied. Bewegingen en manipulaties van objecten vallen onder het psychomotorische leergebied; interpersoonlijke vaardigheden, waarden en normen die het sociale leven regelen in een gemeenschap maken dan weer deel uit van het socio-affectieve leergebied. Dit neemt niet weg dat er bepaalde interacties bestaan tussen leergebieden.

Bron: Beknopte didactiek en instructie, Jacques Mylle

didactisch model

Leerinhoud

Binnen het onderwijsprogramma een facet dat al dan niet materieel is, en vanuit de feitelijke organisatie van de onderwijsleersituatie als onmisbaar wordt beschouwd om de leerling in het onderwijsleerproces tot handelingen te laten komen, welke vanuit de ervaringen die de leerling opdoet met het gegevene leiden tot (een) leerresultaat.

Bron: Leerdoelen formuleren, hoe doe je dat? Robert F. Mager

didactisch model

Leerinhoud

Leren heeft altijd een inhoud. Deze leerinhoud kan bestaan uit:

  • Informatie,
  • Vaardigheden,
  • Houdingen,
  • Gevoelens
  • Bewegingen.

Romiszowski (1987), een deskundige op het terrein van curriculumontwikkeling, maakt ten aanzien van de leerinhoud onderscheid in vaardigheden (skills) en kennis die in het langetermijngeheugen is opgeslagen.

De categorie kennis laat hij vervolgens uiteenvallen in feiten, begrippen (concepten), principes en procedures. Deze kenniselementen worden tezamen wel declaratieve kennis genoemd.

[Voor vaardigheden] geeft Romiszowksi een indeling in vier categorieën:

(1) Cognitieve vaardigheden
- Besluitvorming
- Probleemoplossen
- Logisch denken

(2) Psychomotorische vaardigheden
- Fysieke actie
- Scherp kunnen waarnemen

(3) Reactieve vaardigheden
Vaardigheden die betrekking hebben op de eigen persoon (houdingen, gevoelens, gewoonten en zelfcontrole)

(4) Interactieve vaardigheden
Vaardigheden die betrekking hebben op de ander.

Bron: Van leertheorie naar onderwijspraktijk, Tjipke van der Veen & Jos van der Wal

didactisch model

Leerinhouden en leerobjecten

Een leerinhoud is een verzameling van leerobjecten die op hun beurt één onderwerp op één manier uitleggen. Zij kunnen bestaan uit tekst, beelden, hyperlinks, maar ook uit audio, video of animaties, al dan niet met interactie.

Leerobjecten zijn idealiter herbruikbaar (RLO – Reusable Learning Objects). Ze bevatten zo min mogelijk expliciete verwijzingen naar elkaar, zodat op basis van deze kleine leerobjecten grotere assemblages of leerpaden voor verschillende doelen gemaakt kunnen worden.


Bron: http://www.digitaledidactiek.be/modules/2-ontwerp/theorie/leerinhouden-en-leerobjecten/

Tags:
Laatst aangepast op woensdag, 03 februari 2021 18:47  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - SCORM
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

SCORM

Definitie

...

Alias: ...

 

Scorm

SCORM


Afkorting voor 'Shareable Content Object Reference Model'. SCORM is een verzameling van standaarden en specificaties voor webgebaseerde e-learning om leerinhouden te vinden, in te voeren, te delen, te hergebruiken en te exporteren.

Bron: TACCLE Het e-learning handboek voor leerkrachten


Scorm

 

Wat is SCORM? Uitleg over SCORM


Wat betekent SCORM en waar staat het voor? SCORM is een afkorting en staat voor: Shareable Content Object Reference Model. SCORM is een specifieke manier waarop een Learning Management System en trainings- en cursuscontent is opgebouwd, zodat deze kunnen worden gedeeld met andere SCORM-conforme systemen. Met SCORM kun je je content via een package delen met andere systemen.

Bron: https://www.easy-lms.com/nl/kenniscentrum/lms-kenniscentrum/wat-is-scorm/item10195

Scorm

Sharable Content Object Reference Model (SCORM)


SCORM bestaat uit 3 documenten:
- een inleidend overzicht;
- een document dat het content aggregation model beschrijft
- een document met de SCORM run-time environment.


Bron: Digitaal leren, Ivan d' Haese


 

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:27  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Leeractiviteit
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Leeractiviteit

Definitie

Bezigheid die een leerproces in gang zet

Alias: Leerhandeling, leerfunctie

 

leeractiviteit

Leeractiviteit

Een leeractiviteit is een activiteit die we ondernemen met het doel er iets van te leren. Vele leerervaringen komen niet voort uit bewust geplande activiteiten. Ze lijken eerder toevallig te ontstaan. Toch noemen we dit soort situaties ook leeractiviteiten. Het zijn niet voor niets activiteiten waarvan we iets leren.

Bron: Praktijkgericht opleiden - al doende leren in de beroepspraktijk, Jan Willem van den Boogert

leeractiviteit

(Leer)handeling

Elke doelgerichte activiteit van de persoon, waaruit mag worden afgeleid dat de persoon deelneemt in (aan) een proces, en die wordt getoond aan verandering van bepaalde objecten.

Bron: Leerdoelen formuleren, hoe doe je dat? Robert F. Mager

 

leeractiviteit

Leerfuncties en leeractiviteiten


Als er sprake wil zijn van volwaardig leren, dan moet er een aantal psychologische functies vervuld worden. Deze functies worden veelal aangeduid met de term leerfuncties.

Het zijn de activiteiten die tijdens leerprocessen uitgevoerd moeten worden. Wie deze functies uitvoert, de leerling, de docent, het leerboek, een medeleerling of de computer, kan variëren, áls ze maar worden uitgevoerd. Wanneer leerlingen zelf deze leerfuncties uitvoeren, is er sprake van leeractiviteiten van leerlingen. Worden de leerfuncties uitgevoerd door de docent, dan spreken we van doceeractiviteiten. Zo kan de leerfunctie 'relateren van leerstofonderdelen aan elkaar' door een leerling zelf worden vervuld. Hij of zij zoekt dan bijvoorbeeld naar overeenkomsten en verschillen tussen twee verwante begrippen. Maar deze leerfunctie kan ook door de docent worden uitgevoerd, wanneer deze uitlegt wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen deze begrippen. De wijze waarop docenten leerfuncties uitvoeren beïnvloedt de wijze waarop leerlingen dat doen, en vice versa.
(...)

In de hedendaagse wetenschappelijke literatuur worden over het algemeen drie typen leeractiviteiten onderscheiden: cognitieve, affectieve en metacognitieve of regulatieve leeractiviteiten.

Onder de cognitieve leeractiviteiten worden die denkactiviteiten verstaan die mensen gebruiken om leerinhouden te verwerken. Deze leeractiviteiten zijn bijvoorbeeld gericht op het verwerken van feiten, begrippen, formules, redeneringen, argumenten, definities, theorieën, visies en conclusies. Cognitieve leeractiviteiten leiden direct tot bepaalde leerresultaten op het mentale vlak, zoals kennis, begrip, inzicht, overzicht, en vaardigheid, of op het materiële vlak, bijvoorbeeld aantekeningen, onderstrepingen, een schema, een werkstuk, een samenvatting of een oplossing voor een probleem. Uit de diverse omschrijvingen die in de literatuur zijn te vinden, zijn de volgende acht categorieën te destilleren: relateren, structureren, analyseren, concretiseren, toepassen, memoriseren, kritisch verwerken en selecteren.

Een tweede type leeractiviteiten heeft te maken met de rol die affectieve factoren spelen bij leerprocessen. Deze affectieve activiteiten die leerlingen gebruiken om gevoelens te verwerken die zich bij het leren voordoen, leiden tot een gemoedstoestand die positief, neutraal of negatief kan uitwerken op de voortgang van hun leerproces. Ook de verschillende affectieve leeractiviteiten die in de literatuur zijn aan te treffen, kunnen worden gegroepeerd in een beperkt aantal kwalitatief verschillende categorieën: attribueren, motiveren, concentreren, zichzelf beoordelen, waarderen, inspannen, emoties opwekken en verwachten.

Metacognitieve leeractiviteiten, ten slotte, zijn gericht op het reguleren of sturen van de cognitieve en affectieve activiteiten en leiden daardoor indirect tot leerresultaten. Het gaat om die denkactiviteiten die leerlingen gebruiken om leerdoelen te kiezen, controle uit te oefenen over hun verwerkingsactiviteiten en om het verloop en de resultaten van hun eigen leerprocessen te sturen. Deze zelfregulatie kan meer of minder bewust plaatsvinden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het flexibel gebruik van verschillende verwerkingsactiviteiten, afhankelijk van de omstandigheden en tussenresultaten die in het leer- of probleemoplossingsproces worden geboekt.

Door diverse onderzoekers op dit gebied worden de volgende categorieën van metacognitieve activiteiten als belangrijk aangemerkt: oriënteren, plannen, proces bewaken, toetsen, diagnosticeren, bijsturen, evalueren en reflecteren'

Bron: Onderwijskunde - een kennisbasis voor professionals, Nico Verloop & Joost Lowyck (red.)

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 20 juli 2020 09:13  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Instructie
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Instructie

Definitie

Richtlijn voor een uit te voeren handeling.

Alias: ...

instructie

Instructie


Een instructie bestaat uit een richtlijn opgesteld voor een uit te voeren handeling. Wanneer men instructies geeft, wordt informatie over een bepaalde actie overgebracht. Dit kan zijn hoe, wanneer, of en op welke manier de actie plaats moet vinden

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Instructie

instructie

Het geven van een instructie

U geeft instructie als er een vaardigheid geleerd moet worden. [Omdat er allerlei manieren van leren zijn] kunnen we niet spreken van één soort instructie. ... We gaan ervan uit dat u de beginsituatie van de lerende voor ogen hebt. U weet wat hij al weet en kan. We gaan er ook van uit dat u een instructiedoel hebt. Dit instructiedoel is een vaardigheid die nieuw is voor de lerende, of bekend, maar die hij zich nu op een hoger niveau moet eigen maken.

Omdat u nu weet welke lerende u voor ogen hebt (kennis, vaardigheid, leerstijl/waarnemingsvoorkeur/iintelligenties), kunt u de instructie goed toespitsen op de persoon. Verder is het van belang dat:

(a) Je de beroepshandeling ontleedt in deelstappen (impliciete kennis expliciet maken), waarbij je je vooral richt op de stappen waarbij - als er iets fout gaat - het in zijn geheel fout gaat, de zgn. kritieke punten. Deze punten moeten in instructie extra aandacht krijgen.

(b) Je stil staat bij het hoe en waarom achter de handeling; je besteedt dus ook aandacht aan verklaringen. Waarom deze stap eerst en dan pas die? Wat zal het effect zijn als we deze stap overslaan? Waarom op die manier? Op deze manier zorg je ervoor dat de lerende niet alleen een handeling goed leert te doen, maar ook inzicht ontwikkelt bij wat hij leert.

Bron: Praktijkgericht opleiden - al doende leren in de beroepspraktijk, Jan Willem van den Boogert

 

Tags:
Laatst aangepast op dinsdag, 05 mei 2020 07:53  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Didactisch model (Leon van Gelder)
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Didactisch model (Van Gelder)

didactische analyse leon gelder

Definitie

Door Leon van Gelder ontwikkelt model dat hoofdcomponenten van het onderwijsleerproces en hun onderlinge relaties weergeeft.

Alias: Didactische analyse, Model Didactische Analyse (MDA)

 

 

didactisch model didactische analyse gelder

Didactische analyse

Van Gelder, een bekende Nederlandse onderwijskundige, heeft een model ontwikkeld voor het onderwijs: didactische analyse. Dit model kan als basis dienen voor het voorbereiden van lossen en samenhangende onderwijs- en leeractiviteiten.

Bron: Meer dan onderwijs, Eddy Alkema

didactisch model didactische analyse gelder

 

Het model van 'Didactische analyse'

didactische analyse gelder

Een model dat de didactische situatie verheldert, is datgene wat Van Gelder e.a. (1971) voorstellen in hun "Didactische analyse". Zij onderscheiden in het didactisch proces vijf hoofdfasen, respectievelijk: de doelstellingen, de beginsituatie, de onderwijsleersituatie, de uitvoering en de evaluatie.

De praktische uitvoering ervan gebeurt het best aan de hand van vragen bij de verschillende fasen:

(1) Doelstelingen: wat wil ik bereiken?
(2) Beginsituatie: waarmee moet ik beginnen, rekening houdend met de voorkennis en de kenmerken van de leerlingen?
(3) Onderwijsleersituatie: hoe kan ik het onderwijs geven? Welke leerstof kiezen? Hoe ordenen? Welke didactische werkvormen gebruiken? Welke hulpmiddelen? Welke leeractiviteiten organiseren?
(4) Uitvoering: hoe voer ik mijn plan uit?
(5) Evaluatie: met welk resultaat heb ik mijn onderwijs gegevens? Zijn de doelstellingen bereikt?

Bron: Psychodidactiek, Jos Tielemans

didactisch model didactische analyse gelder

Didactische Analyse (DA)


?Globaal gesproken is elke vorm van les goed onder te brengen in het model Didactische Analyse. Dat model beschrijft het proces van leren als een cyclus:

  • Er is sprake van een beginsituatie: wat de leerling kan, wat de docent kan, de context;
  • Op basis van die beginsituatie wordt, expliciet maar ook vaak impliciet, een doelstelling verwoord: "ik wil dít – of juist dát – nu leren";
  • Dan gaan leerling(en) en docent de les in – het liefst een "krachtige leeromgeving" waarin de leerinhouden (wat leer ik), de didactische werkvormen (hoe wordt de les gegeven), de groeperingsvormen (in welke samenstelling vindt de les plaats), de gebruikte media (hulpmiddelen; denk aan bladmuziek maar ook aan audiovisueel materiaal) en de opvoedingsrelatie (de manier waarop er met elkaar omgegaan wordt in de les) elkaar versterken;
  • Tenslotte wordt (ook hier weer expliciet maar dikwijls ook impliciet) geëvalueerd: wat heeft de les ons gebracht? Waar moet ik aan werken? Wat gaan we de volgende les doen?

Bron: https://www.hanze.nl/nld/onderzoek/kenniscentra/kenniscentrum-kunst-en-samenleving/lectoraten/lectoraten/lifelong-learning-in-music/kennisbank/kennisbank-muziekprofessionals/ouderen-en-muziek/kennisbank/theoretisch-kader/didactische-analyse-da



didactisch model didactische analyse gelder



didactisch model didactische analyse gelder

De functie van didactiek

Didactiek is er om de leraar in staat te stellen de keuzes die hij steeds in verschillende situaties onder steeds weer andere omstandigheden moet maken een rationele basis te geven.

Didactisch model

Bekendste model is Model Didactische Analyse (MDA) van Van Gelder (1971). Het is een schema om het denken over leren en lesgeven richting te geven.

Van Gelder onderscheidt vijf analysevragen:

1. Welke doelstellingen wil ik realiseren? -> moet worden geformuleerd in termen van wat de leerling moet kunnen.

2. Van welke beginsituatie moet ik uitgaan? -> de leerling is geen onbeschreven blad.

3. Welke onderwijsleersituatie heb ik nodig:
• Leerstof -> is alles waarmee we de leeractiviteit op gang brengen: bv. leestekst, opdracht, interview, schema, plattegrond etc.
• Werkvormen ->  basisvormen zijn: voordracht; onderwijsleergesprek; klassengesprek, groepswerk, individueel.
• Leermiddelen -> hulpmiddelen en media zijn alle dragers en verstrekkers van inhoud.
• Leeractiviteiten -> luisteren, oefenen, raden, problemen oplossen, discussieren, vragen laten beantwoorden etc.

4. Op welke manier ga ik de les uitvoeren (onderwijsactiviteiten)? -> eerder gemaakte keuzes bepalen de activiteiten (vertellen, uitleggen etc.) van de docent

5. Hoe wil ik de resultaten bepalen? -> er zijn twee soorten evaluaties:

Bron: samenvatting artikel Westhoff, G.J. (1981). Inleiding en model didactische analyse.

didactisch model didactische analyse gelder

 

Het Model van Didactische Analyse (Van Gelder, 1971)

Bij wijze van synthese van doorgedreven vergelijkend onderzoek komt Van Gelder tot één van de meest verfijnde modellen van het didactisch handelen.

Het omvat vier componenten:
l) de doelstellingen,
2) de beginsituatie,
3) de onderwijs- en leersituatie en
4) het bepalen van resultaten.

Verder wordt het model gekenmerkt door een aantal sequentieel-chronologische relaties en door terug-koppeling tussen alle componenten. Zo worden de doelstellingen bijvoorbeeld afgezet tegenover de beginsituatie of, omgekeerd wordt de vraag gesteld hoe moeilijk/complex de doelstellingen mogen zijn gegeven de beginsituatie? Aan de 'kloof' tussen beide wordt geremedieerd door een onderwijs- en leerproces.

Ten slotte wordt het eindresultaat geëvalueerd. Dit laatste houdt niet alleen in dat getoetst wordt hoe goed de doelstellingen bereikt werden, maar ook dat de bijdrage van elke component in het eindresultaat op zijn waarde getoetst wordt.

Van Gelder beschouwt in zijn model dus de didactische realiteit in zijn totaliteit. Het is met andere woorden een systemisch model. Dit betekent ook dat beslissingen, genomen met betrekking tot een bepaalde component, gevolgen hebben op alle navolgende componenten.

De didactische sleutelvragen, geassocieerd met elke component en met elke relatie, zijn zowel geldig voor de voorbereiding van een les, als voor de feitelijke realisatie ervan als voor de evaluatie ervan.

model herkennen: men kan wel componenten onderscheiden, maar niet scheiden.

Bron: Beknopte didactiek en instructie, Jacques Mylle

Tags:
Laatst aangepast op woensdag, 07 april 2021 19:06  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Job-aid
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Job-aid

Definitie

...

Alias: Taakhulp

uitleg

Job-aid

Een job-aid is een hulpmiddel op de werkplek dat zowel informatie kan bevatten als tips, gouden regels of een stappenplan.

De voordelen van een job-aid zijn onder andere:

  • Besparing van tijd/geld
  • Hulp bij taakuitvoering: ze werken versnellend en bieden geheugensteuntjes
  • Beslissingen worden makkelijker gemaakt
  • Ze helpen een vertaalslag van theorie naar praktijk te maken
  • Ze dragen bij aan uniformiteit en kwaliteit


Mogelijke nadelen zijn:

  • Grote toename van papier
  • Onterechte oversimplificatie van gecompliceerd werk en het gevaar dat iedereen alles alleen nog maar van een papiertje uitvoert, zonder er verder over na te denken of het te bespreken. Verder behoren job-aids regelmatig te worden opgefrist (nieuwe ontwikkelingen erin meenemen).

Bron: Het gaat steeds beter - activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk, Lia Bijkerk & Wilma van der Heide

uitleg

Job aid

Wat is een job aid?
Een job aid is een klein hulpmiddel dat deelnemers helpt tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Dit kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld een checklist, een keuzediagram of uitgeschreven instructies. Deelnemers maken zelf tijdens het werk ook vaak (onbewust) job aids: denk bijvoorbeeld aan to do lijstjes of een Post-it met e-mailadressen van collega’s.

Voor welke leerdoelen is een job aid geschikt?
Job aids zijn vooral geschikt voor kennisleerdoelen. Deelnemers gebruiken de job aid om tijdens het werk snel de juiste informatie op te zoeken. Als deelnemers een handeling vaak moeten uitvoeren, dan kan het zijn dat de job aid op termijn overbodig wordt. Het kan ook zijn dat deelnemers een handeling weinig uitvoeren en door de job aid de kennis die ervoor nodig is niet hoeven te onthouden.

Bron: Het blended learning kookboek, Johannes Vinke & Martèn de Prez (pdf)

uitleg

What is a job aid?


A job aid is any material that provides simple information about how to perform a task.

(...)

Examples of job aids include:

  • paper handouts
  • one-pagers
  • instructional lists
  • cheat sheets
  • print-outs
  • performance support materials

Basically, a job aid can be any type of material meant to assist in the learning process. Even ‘Ikea furniture instructions’ could be considered a job aid.

(...)

To be effective for learning, job aids must be well-organized. They must eliminate the fluff. And most importantly, they must solve a problem for the learner.

Using a combination of instructional design and user-experience design, the best job aids are simple, straight-forward and visually appealing.

(...)

Selecting the correct format for your job aid is a vital step. A job aid will only be as effective as its content and visual presentation.

What type of job aid is most effective for learning? There are a few different types based on your situation:

  • Step-by-step process (commonly known as a “cookbook”): just as it sounds, using specific step-by-step instructions to be followed in sequential order.
  • Checklists: used to complete a series of tasks each day, week, or month. This typically includes check boxes and a list of actionable items.
  • Decision table: uses a grid to help learners arrive at a decision.
  • Flowchart (similar to a decision table): guides learners through a series of conditions to arrive at a final outcome. Usually includes boxes and arrows to move from one idea to the next.
  • Worksheet: frequently used to test learner knowledge, perform real-world tasks, and provide space for the learner to organize and record information.
  • Reference guide: typically used when a learner is already familiar with the procedure but needs a guide for quick reminders. Usually used for multiple processes as opposed to just one process.

Bron: https://waterbearlearning.com/create-effective-training-job-aids/

Tags:
Laatst aangepast op vrijdag, 23 april 2021 07:00  
Meer artikelen...


JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL

History doesn't repeat itself, but it rhymes.

Mark Twain

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 100 gasten online
Artikelen

standaarden taiichi ohno lean

Banner
Banner

mini habits stephen guise results

Mini Habits
Smaller Habits, Bigger Results
Stephen Guise

Bij Bol.com

 

Lean boekentips

Banner