• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Creatieve probleemontdekking volgens Daniel Pink
Gepubliceerd in Citaten: omdenken
E-mail Afdrukken

citaat

It is in fact the discovery and creation of problems rather than any superior knowledge, technical skill, or craftsmanship that often sets the creative person apart from others in his field.

Daniel Pink

Laatst aangepast op vrijdag, 12 juni 2015 18:43  
Integrale procesgerichte aanpak IT-projecten
Gepubliceerd in Informatiemanagement
E-mail Afdrukken

proceskennis excellente willem spronk it-projecten

Willem Sprink stelt dat "Met behulp van excellente proceskennis wordt de basis gelegd voor een IT-systeem dat niets te wensen over laat en dat echt aansluit bij de behoefte van de organisatie."

Volgens Sprink leveren IT-(vernieuwings)projecten vaak niet op waar een organisatie behoefte aan heeft. Hij onderkent hiervoor een vierledige oorzaak (het ontbreken van een duidelijke scope, vage  requirements, een slechte afstemming over (on)mogelijkheden en onvoldoende monitoring tijdens de bouw van het systeem) en pleit voor een integrale procesgerichte aanpak voor IT-projecten bestaande uit vier stappen:

  1. Baken de scope af.

  2. Match proces met IT-systeem.

  3. Maak programma van eisen.

  4. Monitor tijdens de bouw.

 

proceskennis excellente willem spronk it-projecten


(1) Baken de scope af

De eerste stap van een succesvolle systeemvernieuwing is het bepalen van de duidelijke scope van het te vernieuwen IT-systeem. Dit door allereerst te bepalen in welke processen het IT-systeem een rol moet gaan spelen. Om in de analogie van de puzzel te blijven: leg de kantstukjes. Tegelijkertijd ontstaat er een eerste beeld van de hoeveelheid stukjes waaruit de puzzel moet bestaan.

Aan de hand van de strategie en het beleid van de organisatie kunnen vervolgens alle processen worden geïdentificeerd. Hiervoor bestaat een succesvolle methode: het
ontwerpen van het bedrijfsprocesmodel. Dit is een overzicht waarin de gehele organisatie is gevat in een totaalverzameling van processen. Omdat de organisatie meer activiteiten verricht dan
alleen het voortbrengen van een product of dienst, wordt hierbij een onderscheid gemaakt in:

 

  1. Primaire processen: alle activiteiten die direct een product of dienst voortbrengen.

  2. Ondersteunende processen: de activiteiten die het primaire proces faciliteren/ondersteunen.

  3. Besturingsprocessen: alle activiteiten die richting of sturing geven aan primaire en ondersteunende processen.

Het te bouwen IT-systeem speelt een cruciale rol in de informatie-uitwisseling tussen de verschillende geëxpliciteerde processen. Door het bedrijfsprocesmodel is de totale afbakening van de organisatie vormgegeven (in de analogie van de puzzel is de rand gelegd). Is een proces niet geïdentificeerd, dan draagt het ook niet bij aan de doelen van de organisatie.

(...)

(2) Match proces met IT-systeem

Een tweede belangrijke oorzaak voor het falen van een IT-project is, dat er te weinig expliciet gemaakt is wat het IT-systeem precies moet kunnen, op welk moment, en voor wie, voor wat en met welke gegevens. De tweede succesfactor is daarom het (her)ontwerpen van elk van de processen uit het bedrijfsprocesmodel en, als afgeleide daarvan, het bepalen van de ideale systeemondersteuning.

(...)

(3) Maak programma van eisen

Een derde belangrijke oorzaak voor het falen van IT-projecten is namelijk dat er onvoldoende wordt afgestemd tussen organisatie en IT-leverancier over de haalbaarheid van de beschreven wensen. Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie zelf om zo precies mogelijk te definiëren wat de IT-leverancier moet gaan bouwen en opleveren.

(...)

(4) Monitor tijdens de bouw

In de vorige stap is de interactie tussen proces en systeem al gedefinieerd; nu moet met behulp van de proces-IT interactie zo specifiek mogelijk worden aangegeven wat er verwacht wordt van het op te leveren IT-systeem. In termen van de puzzel worden hier alle losse puzzelstukjes zo concreet mogelijk gedefinieerd in de vorm van een totaallijst van wensen en eisen, die directzijn gekoppeld aan specifieke activiteiten in de processen. Een voorbeeld van een eis is: "Bij activiteit x: Het kunnen opvragen van een totaaloverzicht van aanvragen, met onderscheid naar type aanvraag, status en ontvangstdatum".

Nu de deksel van de puzzel is gedefinieerd in afstemming met de IT-leverancier, kan gestart worden met de bouwfase. De puzzel is bekend, de rand ligt er al en alle stukjes zijn in gezamenlijkheid besproken. Nu ligt de bal bij de IT-leverancier om te bouwen wat is afgesproken. In voortgangsoverleggen gedurende de bouw van het nieuwe systeem kan de IT-leverancier in workshops terugkoppelen hoever er is gevorderd met de bouw van het systeem. Daarbij biedt de blauwdruk (de deksel) met daarin de achterliggende eisen (de stukjes) een concreet kader voor bespreking. De IT-leverancier toont de voortgang, terwijl de organisatie kan afvinken welke eisen uit de blauwdruk zijn opgeleverd.

(...)

 

Bron: Vernieuwen IT-systeem kansloos zonder excellente proceskennis, Willem Spronk; in: Kwaliteit in bedrijf, december 2013

Laatst aangepast op vrijdag, 17 november 2017 21:59  
Denken in processen volgens Peter Matthijssen
Gepubliceerd in Lean Six Sigma
E-mail Afdrukken

denken in processen lean

In het boek Werken met Lean beschrijft Peter Matthijssen het nut en de noodzaak tot het denken in processen

dmaic volgens bizzdesign peter matthijsen

Lean richt zich op 'end-to-end' processen, van klant tot klant. Organisaties leveren geen kwaliteit door onderdelen van het proces goed uit te voeren, maar juist door alle onderdelen in samenhang goed te doen. Lean vraagt dus om een procesfocus.

Binnen productiebedrijven zijn de processen vaak fysiek zichtbaar, wat het 'Denken in processen' tot de logische manier van denken maakt. In dienstverlenende organisaties zijn processen echter meestal minder goed zichtbaar. Hierdoor is het makkelijker om vanuit de organisatiestructuur te redeneren. Dit leidt vaak niet tot een goede klantfocus.

Vanuit de Lean gedachte geldt: "Je moet verbeteringen altijd over de gehele procesketen heen beschouwen". Verbeteringen op de ene afdeling kunnen immers leiden tot problemen (en kosten) op andere afdelingen. Dit is niet gewenst. Veel Lean-technieken zijn dan ook gericht op het proces.

Zeker voor dienstverlenende organisaties is het essentieel om inzicht te krijgen in de (klant-tot-klant) processen. Het modelleren van processen is dan ook een belangrijke stap. Vanuit hier kan gekeken woren naar de toegevoegde waarde van processtappen, verspillingen in het proces en eventuele bottlenecks.

 

Bron: Werken met Lean, Peter Matthijssen & Almar Jong

Laatst aangepast op vrijdag, 13 april 2018 06:41  
Innovatie volgens Gary Hamel
Gepubliceerd in Citaten: verandermanagement
E-mail Afdrukken

citaat

Forget the Renaissance, the Enlightenment, and the Industrial Revolution - ours is the golden age of innovation.

Gary Hamel

Laatst aangepast op vrijdag, 12 juni 2015 18:42  
Bedrijfsobjecten en informatiedomeinen volgens Novius
Gepubliceerd in Informatiemanagement
E-mail Afdrukken

bedrijfsobjectenmodel novius business informatieplanning

Jeroen Stoop, Sjoerd Staffhorst, Remco Bekker en Tjerk Hobma gaan in het boek Business- & Informatieplanning - Een raamwerk voor organisatieverbetering in op het nut en de noodzaak van een bedrijfsobjectenmodel en een informatiedomeinenmodel. Hieronder een beknopte weergave van hoe beide modellen kunnen helpen bij het optimaliseren van de ondersteuning die de informatievoorziening biedt aan processen.

Bedrijfsobjectenmodel

Informatievoorziening levert de informatie die nodig is voor de uitvoering en besturing van processen. De uitvoering en besturing processen heeft informatie nodig. In deze informatiebehoefte wordt voorzien door informatiesystemen.
Voor elk proces kunnen de informatiebehoeften in beeld worden gebracht. Voor het in kaart brengen van de informatiebehoeften is het nodig te weten wat de 'onderwerpen van gesprek' zijn. Waarover praten de deelnemers aan het proces en wat willen ze hier dan van weten.

bedrijfsobjectenmodel novius business informatieplanning
[De] 'onderwerpen van gesprek' noemen we bedrijfsobjecten. Het zijn de 'dingen' waarvan we de eigenschappen in de vorm van gegevens willen vastleggen, gebruiken en beheren. Deze 'dingen' kunnen betrekking hebben op fysieke objecten die we kunnen aanwijzen, zoals gebouwen, mensen of producten, maar ook op abstracte objecten, zoals verzekeringspolissen, organisaties of vorderingen. Objecten kunnen ook betrekking hebben op gebeurtenissen, bijvoorbeeld, een levering of een uitvaart.

Voor het verkrijgen van een gestructureerd overzicht van de objecten waarvan we eigenschappen in de vorm van gegevens willen vastleggen, kunnen we gebruik maken van een bedrijfsobjectenmodel. In het bedrijfsobjectenmodel draait het om het definiëren van de objecten, het begrijpen hoe de bedrijfsobjecten samenhangen en het onderkennen van de belangrijkste eigenschappen van die objecten.

(...)

Het is ook mogelijk om een model uit de datamodellering te gebruiken, zoals een entiteitsrelatiediagram (ERD). Bij het kiezen van de manier waarop de gegevens worden beschreven is het van belang om het doel van het model in de gaten te houden. Meestal is veel detaillering niet nodig en gaat het om de belangrijkste objecten met hun belangrijkste eigenschappen. Een bedrijfsobjectenmodel leent zich hiervoor het best. Het hoeft namelijk geen ontwerp van een informatiesysteem te zijn.

 

Informatiedomeinenmodel

Novius stelt dat voor het maken van toekomstvaste keuzes voor de inrichting van de informatievoorziening het nodig is te beschikken over een ideaaltypische afbakening van de informatiedomeinen.

bedrijfsobjectenmodel novius business informatieplanning

"Stel dat we van een organisatie de end-to-end-processen (op hoofdlijnen) in kaart hebben gebracht. En stel vervolgens dat we ook van deze processen de informatiebehoeften (op hoofdlijnen) in kaart hebben. Dan kan de vraag worden gesteld welke informatiesystemen idealiter geïmplementeerd moeten worden om in de informatiebehoeften van de processen te voorzien. Deze vraag draait om een optimale afbakening van de informatiesystemen van een organisatie. Een optimale afbakening van de informatiesystemen zorgt voor flexibiliteit in processen en informatiesystemen enerzijds en voor samenhang en uniformiteit tussen processen en informatiesystemen anderzijds.

... Processen krijgen hun informatie aan de hand van gegevens  die eigenschappen van bedrijfsobjecten representeren. Maar in processen komen ook nieuwe gegevens beschikbaar over bedrijfsobjecten die vastgelegd moeten worden. Informatiesystemen beheren samenhangende clusters van gegevens voor de processen om tijd en plaats te overbruggen (tijd: gegevens die we vandaag vastleggen hebben we ooit in de toekomst weer nodig; plaats: gegevens kunnen we op verschillende locaties nodig hebben). Het is hierbij wenselijk om clusters van processen te bepalen met een sterke interne samenhang voor wat betreft de informatiebehoeften en met zwakke externe informatie-uitwisselingen (loose coupling en tight cohesion). Dergelijke clusters worden ook wel informatiedomeinen of logische informatiesystemen genoemd.

maximale samenhang minimale koppeling informatieuitwisseling informatiedomein

We onderscheiden twee technieken die kunnen helpen bij het onderkennen van informatiedomeinen:

(1) Gebruik van het bedrijfsfunctiemodel als startpunt voor het informatiemodel.

Bedrijfsfuncties zijn ook logisch afgebakende clusters van activiteiten, mensen en middelen. In gegevensverwerkende organisaties heeft die afbakening dan ook logischerwijs veel te maken met de gegevensverwerking die plaats dient te vinden in een bedrijfsfunctie. Vandaar dat dit een goed startpunt is om per bedrijfsfunctie een informatiedomein te onderkennen.

(2) Opstellen van een CU- of CRUD-matrix

We kunnen processen ook in een matrix afzetten tegen de gegevensverwerking van die processen. Dit wordt ook wel een CU- of CRUD-matrix genoemd. De letters C en U staan voor Create en Use en de letters CRUD voor Create, Read, Update en Delete. In deze matrices staan op de verticale as de werkprocessen of processtappen, en op de horizontale as de bedrijfsobjecten. In de cellen van deze matrix wordt dan vastgelegd welke acties (C en U dan wel C, R, U of D) het betreffende werkproces of de betreffende processtap uitvoert op het betreffende bedrijfsobject of de betreffende entiteit. Door te schuiven met de kolommen en rijen van de matrix kunnen we op zoek gaan naar clusters van grote samenhang tussen een groep werkprocessen of processtappen enerzijds en een groep bedrijfsobjecten of entiteiten anderzijds. Een dergelijk cluster representeert een informatiedomein.

In de praktijk blijkt het dat met de tweede techniek moeilijker is om tot goede resultaten te komen dan met de eerste. Om die reden wordt de tweede techniek dan ook aanvullend ingezet, als dat nodig is, om discussies over de afbakening te slechten.

(...)

Het informatiedomeinenmodel is een belangrijk model voor de afstemming van de bedrijfsvoering en de informatievoorziening. Het is de stap naar de functionaliteiten en informatie die nodig zijn voor de uitvoering van de processen. Het informatiedomeinenmodel biedt een overzicht van de benodigde informatievoorziening los van de fysiek invulling met applicaties. In de praktijk is dit een zeer handige tussenstap. Vaak is men geneigd om te blijven denken in termen van het huidige applicatielandschap. Met het informatiedomeinenmodel komt men hier meer los van, wordt het gemakkelijker om discussies over applicatiegrenzen te voeren en wordt het denken in scenario's vergemakkelijkt.

De kapstokfunctie van het informatiedomeinenmodel (dat overigens vaak op één A4-tje is weer te geven) is erg nuttig. De huidige en in ontwikkeling zijnde applicaties, de gegevensstromen, de verantwoordelijkheden voor informatiedomeinen, de huidige knelpunten: allemaal voorbeelden van zaken die op het informatiedomeinenmodel 'geplot' kunnen worden.

Het applicatielandschap en de gewenste functionaliteiten van de informatievoorziening

[Applicaties geven] een fysieke invulling aan (een deel van) één of meerdere informatiedomeinen. Een applicatie is een verzameling van geautomatiseerde en verwante functionaliteiten, samen met de gegevens die door die functionaliteiten worden beheerd, met een eigen planning van nieuwe versies, release en aanpassingen.

Een applicatie kan door een organisatie zelf zijn ontwikkeld, maar vaak worden applicaties gekocht. Het geheel van applicaties wordt ook wel het applicatielandschap genoemd.

(...)

Als we het applicatielandschap vanaf de grond zouden opbouwen en zouden willen optimaliseren voor samenhang en flexibiliteit, dan zou het applicatielandschap bestaan uit applicatie(module)s, die elk één informatiedomein afdekken. Het applicatielandschap ziet er dan hetzelfde uit als het informatiedomeinenmodel.

 

Bron: Business- & Informatieplanning - Een raamwerk voor organisatieverbetering, Jeroen Stoop, Sjoerd Staffhorst, Remco Bekker, Tjerk Hobma

Laatst aangepast op woensdag, 16 september 2020 18:13  
Innovatie volgens Peter F. Drucker
Gepubliceerd in Citaten: verandermanagement
E-mail Afdrukken

citaat

Not to innovate is the single largest reason for the decline of existing organizations.

Peter F. Drucker

Laatst aangepast op vrijdag, 12 juni 2015 18:41  
Infobesitas volgens John Naisbitt
Gepubliceerd in Citaten: omdenken
E-mail Afdrukken

citaat

We are drowning in information, but are starved of knowledge.

John Naisbitt

Laatst aangepast op vrijdag, 12 juni 2015 18:40  
Digitale duurzaamheid volgens NORA
Gepubliceerd in Informatiemanagement
E-mail Afdrukken

informatiebeheer duurzaam bewaren informatie

De Nederlands Overheids ReferentieArchitectuur (NORA) gaat op de website Wat is Digitale duurzaamheid? in op twee aandachtsgebieden binnen de informatievoorziening van een organisatie die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: (i) 'inhoudelijk informatiebeheer'; de informatievoorziening gericht op het het lezen, verwerken en bewerken van informatie, waarbij het gaat om de inhoud van deze informatie , en (ii) ('niet-inhoudelijk informatiebeheer'; de informatievoorziening waarbij het niet zozeer gaat om de inhoud als wel om het opslaan en in de oorspronkelijke vorm - dus ongewijzigd - bewaren van informatie om dat vervolgens beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar te houden.

Volgens de NORA horen deze twee aandachtsgebieden bij elkaar als twee kanten van dezelfde medaille. Bovenstaande afbeelding visualiseert de combinatie tussen beide vormen van informatievoorziening. Een belangrijk begrip hierbij is de term 'digitale duurzaamheid'.

digitale duurzaamheid informatiebeheer

Digitale duurzaamheid is het aandachtsgebied dat zich richt op het in de tijd gezien toegankelijk en bruikbaar houden van digitale informatie.

(...)

Digitale duurzaamheid gaat het niet alleen over traditionele documenten zoals brieven, besluiten en rapporten (in het vakgebied ook wel ongestructureerde informatie genoemd, het gaat ook over gegevens in databases (ongestructureerde gegevens, gegevensobjecten). En het gaat ook over allerlei nieuwe vormen van informatie, technisch vaak nogal complex van samenstelling, zoals webpagina's en digitale ruimtelijke plannen, en zelfs informatie die binnen de nieuwe 'social media' zoals Twitter ontstaat.

Ook wat betreft het tijdsaspect gaat Digitale duurzaamheid over alle overheidsinformatie, dus ook informatie die slechts kort wordt bewaard. Wel is de bijbehorende problematiek het duidelijkst aanwezig bij langdurig en blijvend te bewaren informatie. De reden daarvoor is, zoals al genoemd, het na verloop van tijd veranderen van de ICT waarmee digitale informatie is opgeslagen en waarmee het ook moet worden gelezen. Omdat met name veel gearchiveerde informatie (in de betekenis van 'te bewaren als bewijs' lang of blijvend wordt bewaard, is Digitale duurzaamheid juist daarbij een belangrijk aandachtspunt. Dat geldt voor zowel archiefvorming (hoe zodanig opslaan dat het zo lang mogelijk digitaal toegankelijk blijft?) als archiefbeheer (hoe het vervolgens zo te bewaren en te beheren dat het ook na veranderingen van de ICT nog toegankelijk is?).

(...)

Wat verstaan we onder Informatiebeheer?
De term Informatiebeheer staat voor het opslaan, het bewaren en beheren, het ontsluiten of (actief) leveren en het waar nodig vernietigen van informatie. Daarbij is het beheren gericht op het in stand, beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar houden van informatie. Het vernietigen heeft betrekking op niet blijvend te bewaren informatie.

Onder Informatiebeheer valt ook archivering en bijbehorende handelingen zoals overdragen van de zorg voor gearchiveerde informatie naar een andere verantwoordelijke partij, met in archiefwet- en regelgeving vastgelegde varianten zoals 'overbrengen', 'overdragen' en 'vervreemden'.

Ontsluiting, voor gebruik en raadpleging, hoort ook bij het aandachtsgebied Informatiebeheer en is essentieel. Zonder ontsluiting voor gebruik en raadpleging heeft bewaren en beheren geen zin.

(...)

Informatiebeheer en het werkproces
Informatiebeheer zoals hier aan de orde gaat niet over de inhoud van informatie in de zin van het verwerken en bewerken van informatie zoals dat in werkprocessen gebeurt. Informatiebeheer gaat over het in oorspronkelijke (authentieke) staat bewaren, beheren en ontsluiten van informatie die in die werkprocessen is gecreëerd of anderszins beschikbaar is gekomen. Het gaat dus ook niet over het actueel houden van informatie zoals dat gebeurt bij een database met adresgegevens. De term 'niet-inhoudelijk informatiebeheer' zou daarom nog zuiverder zijn. Tegelijkertijd is zo'n aanduiding niet gebruikelijk en herkenbaar. Daarom werken we kortweg met de term Informatiebeheer, wetende dat dat in dit verband exclusief het inhoudelijk ver- en bewerken van informatie is.


Twee aandachtsgebieden
Het vorenstaande maakt, kijkend naar de algehele informatievoorziening van de overheid, twee aandachtsgebieden zichtbaar:
- het op inhoud gerichte verwerken en bewerken van informatie in werkprocessen inclusief het daarvoor lezen van informatie;
- het niet op inhoud gerichte informatiebeheer dat bestaat uit het opslaan en in de oorspronkelijke vorm (dus ongewijzigd) bewaren van informatie om dat vervolgens beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar te houden.

Deze twee aandachtsgebieden horen bij elkaar als twee kanten van dezelfde medaille, zijnde de algehele informatievoorziening van overheidsorganisaties. Onderstaand model visualiseert die combinatie.

Het aandachtsgebied Informatiebeheer bevindt zich in hoofdzaak binnen de dikke blauwe stippellijn en Digitale duurzaamheid als aspect of thema heeft daarop betrekking.
Het op de juiste manier opslaan van overheidsinformatie gebeurt vanuit het werkproces. Bij een goede invulling van digitaal werken is het zelfs een integraal onderdeel van dat werkproces. Dat geldt dus ook voor dossiervorming en archivering.

(...)

Dossiervorming, archivering en preservering
Informatiebeheer omvat ook dossiervorming en archivering en dat is inclusief hetgeen ook wel wordt aangeduid met de term Documentaire Informatievoorziening oftewel DIV.

Dossiervorming
Onder (digitale) dossiervorming verstaan we het bundelen van bij elkaar horende informatie door deze op te slaan met een gemeenschappelijk kenmerk.
Bij bijvoorbeeld een zaakdossier is het zaaknummer dat gemeenschappelijke kenmerk. Dat geeft ook gelijk aan dat een digitaal dossier virtueel kan zijn in die zin dat de inhoud ervan over meerdere systemen verspreid kan zijn. Het gemeenschappelijke kenmerk is dan hetgeen verbindt en niet de opslag in één systeem of op één fysiek medium.

Archivering
Onder (digitaal) archiveren verstaan we het als 'digitaal bewijs' opslaan en bewaren van overheidsinformatie met als meest in het oog springende doel het documenteren van het handelen van de organisatie om dit handelen indien nodig te reconstrueren in het kader van verantwoording en bewijsvoering.

De formulering 'digitaal bewijs' betekent dat de content van gearchiveerde informatie is gefixeerd oftewel bevroren en dus niet meer kan wijzigen.

Het resultaat van archiveren is gearchiveerde informatie, ook wel aangeduid met de term 'archiefobject(en)', dit om aan te geven dat het in de praktijk om concrete en begrensde eenheden van gearchiveerde informatie gaat.

Metagegevens van archiefobjecten kunnen, anders dan de content, wel veranderen. Dit omdat die deels gaan over aspecten die ook na het archiveren nog kunnen veranderen, zoals de beheergeschiedenis en de openbaarheid van informatie.

Er is dus een duidelijk onderscheid tussen enerzijds gearchiveerde digitale informatie met gefixeerde content die het handelen van een organisatie en de daarbij gebruikte informatie documenteert en anderzijds niet-gearchiveerde informatie waarvan de inhoud in principe kan wijzigen, bijvoorbeeld bij nog in bewerking zijnde tekstdocumenten of bij actueel te houden gegevens in een database.

Archiefvorming en archiefbeheer
Een essentieel onderscheid binnen het aandachtsgebied archivering is dat tussen archiefvorming en archiefbeheer. Archiefvorming zorgt ervoor dat nog niet gearchiveerde informatie wordt geprepareerd voor opslaan van die informatie als gearchiveerde informatie oftewel als informatie met de status archief en dat het ook als zodanig wordt opgeslagen. Dat prepareren bestaat uit het fixeren van de content, vaak ook het converteren naar een ander (duurzaam) opslagformaat (van bijvoorbeeld Word- of ODT-formaat naar PDF/A) en het (aanvullend) toevoegen van metagegevens. Dat prepareren, ook wel preserveren genoemd, is er op gericht om gearchiveerde informatie te laten voldoen aan de eisen die de Archiefwet stelt aan gearchiveerde informatie.

Archiefbeheer betreft het duurzaam bewaren en beheren van eenmaal gevormd digitaal archief met als doel gearchiveerde informatie beschikbaar, toegankelijk, leesbaar en bruikbaar te houden. Archiefbeheer is inclusief het ontsluiten van archief, het overdragen van de zorg voor archief naar een andere partij en bij niet blijvend te bewaren archief het vernietigen ervan.

Preservering
De term 'preservering' wordt in de praktijk op verschillende manieren gebruikt, met als varianten van smaller naar een bredere betekenis:

- voor digitale bewerkingen die nodig zijn om eenmaal gevormd archief bij het veranderen van ICT toch leesbaar te houden;
- voor het onder 1 genoemde plus daarnaast voor het prepareren van als duurzaam archief te bewaren informatie;
- voor het onder 2 genoemde plus het prepareren voor het duurzaam bewaren van alle kort of lang te bewaren digitale informatie, dus ook van niet-gearchiveerde/niet te archiveren informatie.

Variant 1 betreft vooral het toepassen van preserveringsstrategieën bij het bewaren van gearchiveerde informatie oftewel archiefobjecten in e-Depot-systemen. De drie bekendste strategieën zijn:

- het converteren van informatie van een verouderd naar een nieuwer en op dat moment en naar de toekomst kijkend wel duurzaam toegankelijk formaat;
- het toegankelijk houden van in verouderde formaten opgeslagen informatie door het toepassen van viewers die de verouderde formaten kunnen lezen;
- het operationeel houden of emuleren van verouderde programmatuur om op die manier de in verouderde formaten opgeslagen informatie leesbaar te houden.

Bron: Wat is Digitale duurzaamheid?

Laatst aangepast op vrijdag, 17 november 2017 21:59  
Procesarchitectuur als veranderinstrument (boekentip)
Gepubliceerd in Boeken over informatiemanagement
E-mail Afdrukken

Procesarchitectuur als veranderinstrument Gerit-Jan Obers Ko Achterberg

Procesarchitectuur als veranderinstrument
Strategische ambities realiseren met bedrijfsprocessen
Gerrit-Jan Obers & Ko Achterberg 

Bij Bol.com | Managementboek





Laatst aangepast op zaterdag, 09 mei 2015 18:18  
Leiderschap volgens Warren Bennis
Gepubliceerd in Citaten: leiderschap
E-mail Afdrukken

citaat

Good leaders make people feel that they're at the very heart of things, not at the periphery.

Warren Bennis

Laatst aangepast op vrijdag, 12 juni 2015 18:39  


JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL

Few people request influence when their world is behaving rationally. As a result, consultants tend to see more than their fair share of irrationality.

Gerald M. Weinberg (The Secrets of Consulting)

 

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 78 gasten online
Artikelen

continu verbeteren john hunter

Banner
Banner

haal meer uit hersenen mark tigchelaar

Haal meer uit je hersenen
Over snellezen, geheugentechnieken en mindmapping
Mark Tigchelaar

Bij Bol.com | Managementboek


Lean boekentips

Banner