module and plugin to add google adsense to joomla based websites
Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): B
Gepubliceerd in Lean Six Sigma Afdrukken

[0-9] - [A] - [B] - [C] - [D] - [E] - [F] - [G] - [H] - [I] - [J] - [K] - [L] - [M] - [N] - [O] - [P] - [Q] - [R] - [S] - [T] - [U] - [V] - [W] - [X] - [Y] [Z]

 

lss woordenboek lean six sigma b glossary

 

Backlog

Werk dat nog gedaan moet worden, maar waaraan nog niet is begonnen.

 

Balanced Scorecard (BSC)

De Balanced Scorecard is een vertaling van strategische doelen in concrete, meetbare parameters, onderverdeeld in vier categorieën: financieel, klanten, interne bedrijfsvoering en ontwikkeling & groei.

Doel van de BSC is het ontwikkelen van organisatiestrategie en het richten van de activiteiten daarop. Met behulp van de BSC kan de onderneming doelgericht sturen op doelen die van de strategie zijn afgeleid. Doordat deze meetbaar zijn gemaakt is de uitvoering van de strategie voor de onderneming goed te monitoren en kunnen op tijd maatregelen worden genomen.

De Balanced scorecard (BSC) is door Robert S. Kaplan en David P. Norton ontwikkeld. De BSC is een instrument om gestructureerd strategische doelen te vertalen naar stuurinformatie en operationele verbeteractiviteiten.
De BSC bevast niet alleen financiële indicatoren maar ook niet-financiële (operationele) indicatoren. Hierdoor wordt de strategie in samenhang bezien.

In 1987 werd de BSC voor het eerst gebruiktbij Analog Devices. In 1992 werd in het artikel 'The Balanced Scorecard - measures that drive performance' door Robert S. Kaplan en David P. Norton de balanced scorecard onder de aandacht gebracht van het grote publiek. Een BSC is een model op basis waarvan de prestaties van een organisatie op een evenwichtige manier kunnen worden beoordeeld.

De Balanced Scorecard is een top-down managementinstrument voor het operationaliseren van de strategische visie op alle organisatieniveaus aan de hand van hieraan gerelateerde kritische succesfactoren, doelen, prestatie-indicatoren, streefcijfers en verbeteracties, welke over vier verschillende perspectieven zijn verdeeld.

Het is een participatieve benadering die een raamwerk biedt om de organisatievisie systematisch uit te werken, meetbaar te maken, systematisch naar acties te vertalen, effectief naar alle betrokkenen te communiceren, adequaat te implementeren en er via feedback lering uit te trekken. De perspectieven (resultaatgebieden) omvatten categorieën van bedrijfsresultaten die van essentieel belang zijn om te kunnen overleven.

 

Batch

Hoeveelheid artikelen die ten behoeve van bepaalde activiteiten als een eenheid wordt beschouwd.

 

Batch-productie

Wijze van produceren waarbij de productiviteit in groepen van gelijke producten worden geproduceerd. Voor een specifiek productiemiddel betekent dit veelal dat er voor elke nieuwe batch opnieuw ingesteld dient te worden.

 

Bedrijfsproces

Geordende reeks werkprocessen die binnen één organisatie wordt uitgevoerd om in logische samenhang een bepaalde toegevoegde waarde te leveren aan een klant of afnemer.

Het geheel aan primaire, ondersteunende en besturende processen binnen een organisatie

Bedrijfsprocesmodel

Beeld van de processen van klant tot klant op het hoogste niveau, dat wel laat zien wat bepalend is voor het succesvol opereren van de organisatie.

 

Bedrijfsregel

Een regel die richting geeft aan het operationele handelen en beslissen in een organisatie.

 

Begrippenlijst

Vakspecifieke overzicht met alle ambigue woorden, afkortingen, vaktaal en jargon, symbolen en andere vormen van tekst die niet voor alle lezers in een keer duidelijk zijn. Een begrippenlijst stelt alle lezers, ook niet-ingewijden, in staat de teksten te lezen.

 

Bekwaamheid

Combinatie van kennis, vaardigheden en houding nodig om effectief te handelen in een kenmerkende praktijksituatie

Het in staat zijn om in een bepaalde situatie een handeling uit te voeren als resultaat van je eigen deskundigheid, vaardigheden, kennis en bedrevenheid.

Naast dat de medewerker zichzelf bekwaam voelt, moeten collega’s dit ook van hem vinden. Bekwaamheid heeft te maken met handelingen die leiden tot het gewenste resultaat. Met andere woorden: goed zijn in de taken die de medewerker uitvoert.

 

Bellendiagrammen

Relatie tussen drie numerieke variabelen (X, Y en Z) weer te geven.

Een bellendiagram is een uitbreiding op een spreidingsdiagram. Bij de laatste worden twee numerieke variabelen (X en Y) tegen elkaar uitgezet. Bij een bellendiagram wordt nog een derde variabele (Z) gebruikt. De punt in het spreidingsdiagram wordt nu vervangen door een bel (of cirkel) waarbij de plaats van de bel door de X- en Y-variabele wordt bepaald en de grootte van de bel door de Z-variabele. Daarnaast kunnen ook andere kenmerken van een bel, zoals de kleur, gebruikt worden om nog extra onderscheidingen toe te voegen. Deze zijn dan op kwalitatieve, niet-numerieke waarden gebaseerd.

 

Benchmarking

Gestructureerde methode voor het vergelijken van bepaalde prestaties van de eigen processen met vergelijkbare prestaties van soortgelijke processen in andere organisaties of afdelingen/vestigingen. Dit met het doel het eigen prestatieniveau ten opzichte van de concurrenten te bepalen en op basis van die kennis maatregelen te nemen om de concurrentiepositie te verbeteren.

Benchmarken is een manier om te ontdekken wat de best mogelijke prestatie is die bereikt kan worden, door te kijken naar een vergelijkbare organisatie. 'Benchmarken' is een proces waarbij je op zoek gaat naar een maatstaf ('benchmark') om je eigen prestaties mee te vergelijken. De eerste stap van benchmarking is het vaststellen van de te verbeteren prestatie-indicator. Stel nu je eigen procesprestaties vast en vergelijk deze vervolgens met de prestaties van anderen. Het 'vergelijkingsmateriaal' kan bestaan uit zeer goede producten/diensten (Best-of-the-Best; BOB) of zeer slechte producten/diensten (Worst-of-the-Worst; WOW).

 

Bereik

Zie: Range

 

 

Beschrijvende statistiek

Onderdeel van de statistiek dat zich bezighoudt met het samenvatten en beschrijven van de gegevensverzamelingen in tabellen, grafieken en kengetallen.

Alias: Descriptieve statistiek

 

Beslisboom

Speciaal soort boomstructuur, waarbij de alternatieven en keuzen in een besluitvormingsproces worden weergegeven

Techniek uit de besliskunde. De beslissingsboom wordt in de regel als schema weergegeven. Verwant hieraan is de beslissingstabel, waarin de besluitvormingsproblematiek in tabelvorm wordt weergegeven.

Model om gegevens in groepen te splitsen met behulp van een statistisch algoritme zodanig dat een structuur ontstaat met takken aan een boom.

Alias: Beslissingsboom, Decision tree, Alternatievenschema

 

Beslissingstabel

Hulpmiddel voor het prioriteren en/of selecteren van alternatieven

Alias: Beslistabel

 

Besluitvormingstechniek

Stemmen: manier om tot besluitvorming te komen waarbij iedereen kiest uit de mogelijkheden (probleemstellingen, oplossingen, ideeën, et cetera) en zich vervolgens bij de keuze van de meerderheid neerlegt.

Nominale groepstechniek: manier om tot besluitvorming te komen waarbij iedereen naar eigen inzicht een prioriteit aangeeft binnen een eventueel vooraf afgesproken aantal mogelijkheden. Dat kan mondeling, maar ook met kaartjes. Daarna bepaalt de optelling van de scores welke mogelijkheid het meeste draagvlak heeft.

 

Best practice

Thans gekende beste manier van werken binnen een organisatie.


Aanpak of methode die zich heeft bewezen in de praktijk.

Een best practice is een werkwijze die zich als effectiever heeft bewezen dan enige andere en het resultaat van alle geborgde verbeteringen uit het verleden.

Vanuit Lean gezien geldt de best practice als standaard, waarmee niet een van bovenuit opglegd keurslijf van voorschriften en werkmethodes wordt bedoeld, maar een door de medewerkers zelf meebepaalde manier om het werk zo efficiënt, kwaliteitsvol, veilig en ergonomisch mogelijk uit te voeren, hélemaal gericht naar waardetoevoeging voor de klant.

Bestelgrootte

Het aantal stuks van één specifiek artikel dat in één bestelling besteld wordt.

 

Besturing

Het plannen, (laten) uitvoeren en controleren van activiteiten zodat de gestelde doelstellingen van het te besturen systeem zo dicht mogelijk worden benaderd.

 

Besturend proces

Besturende processen plannen, coördinerenen beheersen de primaire en ondersteunende processen op strategisch, tactischen operationeel niveau. Activiteiten die het beleid uitvoerendmv. plannen, controleren, evalueren en bijsturen (INK).

Proces dat zorgt voor de sturing op een of meer andere processen

Alias: tertair proces

 

Beta risico

Risico dat een partij onterecht wordt goedgekeurd.

Risico wordt aangeduid met Griekse beta-teken. Een schatting op basis van een steekproef (over de populatie) brengt onvermijdelijk risico's met zich mee.

Alias: Consumentenrisico

Zie ook: Alpha risico

 

Betrouwbaarheidsinterval

Gebied van waarden dat een gegeven, hoge kans heeft de ware populatiewaarde te omvatten.

Percentage waarmee je aangeeft hoeveel kans er is dat de gemeten variabele tussen bepaalde waarden ligt. Een betrouwbaarheidsinterval wordt gebruikt om conclusies vanuit een steekproef te generaliseren naar de populatie.

Alias: Confidence interval, schattingsinterval

 

Bevoegdheid

Het verkregen en algemeen geaccepteerde recht om handelingen te verrichten en beslissingen te nemen voor de organisatie. Bevoegdheid geeft aan, wat een functionaris mag doen om resultaten te bereiken en verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Wie is gerechtigd tot het verrichten van bepaalde handelingen. Iemand kan zijn verantwoordelijkheid pas waarmaken als hij ook bevoegdheden heeft. Bevoegdheden kunnen eventueel worden gedelegeerd maar de verantwoordelijkheid blijft.

 

Bevlogenheid

Positieve toestand van opperste voldoe-ning die wordt gekenmerkt door vitaliteit, toewijding en absorptie. (Schaufeli & Bakker). Vitaliteit verwijst naar het bruisen van energie, zich fi t en sterk voelen, en lang en onvermoeibaar  met  werken  door  kunnen  gaan.  Toewijding heeft betrekking op een sterke betrokkenheid bij het werk. Het werk is inspirerend en roept gevoelens van trots en enthousi-asme op. Absorptie, ten slotte, verwijst naar het op een plezie-rige wijze helemaal opgaan in het werk, waardoor de tijd stil lijkt te staan en het moeilijk is om zich er los van te maken.

 

 

Bewerkingstijd

Tijd die medewerkers of machines nodig hebben om activiteiten ten behoeve van een klantorder uit te voeren.

 

Bias

Meetfout in de vorm van een systematische vertekening van de werkelijkheid, die leiden tot een consistent verschil tussen de échte waarde en de gemeten waarde.

Zie: Accuraatheid

 

Bimodale verdeling

Histogram met twee pieken.

Een bimodale verdeling lijkt een beetje op een kameel. Hij bevat twee 'populaties' en om de resultaten die het histogram laat zien volledig te begrijpen, moet je ze van elkaar scheiden. De twee populaties kunnen heel goed twee aparte productielijnen zijn, waar de productie van één ervan langer duurt vanwege bijvoorbeeld meer complexiteit. Of het zijn resultaten van twee verschillende locaties die te maken hebben met verschillende processen.

Zie:

LSS: Binomiale verdeling

 

Bin-grootte

De term die gebruikt wordt in een two-bin systeem. De bin-grootte is dan het aantal eenheden dat in een partij aanwezig is. Deze komt overeen met de bestelgrootte.

 

Binomiale verdeling

De binominaal verdeling is een verdeling die ontstaat wanneer de uitkomst van een proces twee uitkomsten heeft, zoals goed of fout.

 

Bivariate normale verdeling

<invoegen definitie>

De eendimensionale normale verdeling heeft equivalenten in meer dimensies; deze worden multivariate normale verdelingen genoemd. De bivariate (dat wil zeggen tweedimensionale) normale verdeling is de gezamenlijke of simultane verdeling van twee variabelen.

Je kunt bijvoorbeeld van een groot aantal mensen de haarkleur en oogkleur 'meten' en nagaan hoe vaak iedere combinatie van haarkleur en oogkleur voorkomt. Dit levert een bivariate frequentieverdeling op. Stel nu dat je van een groot aantal personen zowel de lengte wil meten als het gewicht. Ook hier weer zou je nagaan hoe vaak de verschillende combinaties van lengte en gewicht voorkomen. Lengte en gewicht zijn echter beide continue variabelen. Deze verdeling kun je weergeven als een kansverdeling (of correcter: een kansdichtheidsfunctie). De bivariate normale verdeling is een ijzondere vorm van zo'n bivariate kansverdeling.

Zie ook: Normale verdeling

 

Black Belt

Projectleider van DMAIC-projecten en verantwoordelijk voor coaching en begeleiding van Green Belts.

Persoon die ongeveer vier tot vijf weken wordt getraind in de Six Sigma DMAIC-methodiek, analytische probleemoplossing en beheermethoden voor verandering en die een project met significante waarde tot zijn voltooiiing leidt. Een Black Belt is een fulltime-Six Sigma-teamleider die problemen oplost onder leiding van een Six Sigma Champion.

Iemand die als leider en kennisdrager op het terrein van (lean) six sigma in staat is verbeteringen te realiseren en daarbij op te treden als projectleider.

Zie ook: LSS: rollen binnen LSS + Tollgate review

 

Bottleneck

Proces of processtap die voor het hele voortbrengingsproces de beperkende factor is.

Een bottleneck is een proces dan wel processtap die voor het hele voortbrengingsproces de beperkende factor is.

Proces dan wel processtap die voor het hele proces de beperkende factor vormt.

Afdeling, productie- of transportmideel dat de belemmerende factor is voor de output van het systeem. De snelheid van de bottle-neck bepaalt de snelheid van het gehele systeem.

 

Boomdiagram

Visuele weergave van een boomstructuur (hiërarchische ordening van elementen.

Hulpmiddel voor het gestructureerd opsplitsen in steeds kleinere, gedetailleerdere eenheden om op deze manier de complexiteit van iets uiteen te rafelen. Beginnend op het hoogste niveau, stel je vervolgens op het niveau eronder de belangrijkste onderdelen vast van het bovenliggende niveau. Een boomdiagram is vooral geschikt om in complexe situaties onderlinge verbanden op te sporen.

De schematische weergave van de structuur doet denken aan een boom.

Een diagram waarin taken, doelstellingen, en dergelijke worden uitgesplitst tot steeds kleinere en gedetailleerdere eenheden. Het diagram dankt zijn naam aan de vorm, de veel lijkt op een boom met takken, zijtakken, twijgen, enz.

Een organigram biedt een grafische weergave van de hiërarchische structuur van een organisatie.

Diagram dat gebruikt wordt om systematisch het hele scala van activiteiten in kaart te brengen die verricht moet worden om tot het gewenste doel te komen. Ook kan het gebruikt worden om alle factoren te identificeren die tot het probleem bijdragen. De gebruiker wordt gedwongen de logische en chronologische samenhang tussen de taken te onderzoeken. Hierdoor wordt de natuurlijke neiging vermeden om direct van formulering van het probleem of het doel over te gaan tot de oplossing (klaar....vuur....richten!). Afhankelijk van het probleem in kwestie zal het boomdiagram veel lijken op óf een oorzaak-en-gevolg-diagram óf een stroomschema.

(1) Begin met een bondig geformuleerde uitspraak die het algemene doel duidelijk omschrijft. Zet die op een kaartje en bevestig het aan de linkerkant van een flipover of leg het op een tafel.

(2) Stel de vraag: 'Welke methode of taak is nodig om dit doel te bereiken?' Gebruik het affiniteitsdiagram om ideeën te vinden die het duidelijkst gerelateerd zijn aan de uitspraak en plaats die rechts van het kaartje met het algemene doel.

(3) Bekijk alle ideeën in de tweede laag en stel dezelfde vraag. Plaats deze ideeën rechts van de ideeën waarmee ze verband houden.

(4) Evalueer de gehele boomdiagram, te beginnen aan de rechterkant, door de vraag te stellen 'als dit gedaan wordt, zal dat er dan toe leiden dat de volgende taak of idee wordt uitgevoerd?'.

Alias: Boomstructuur-diagram, Breakdown Structure, Dendogram, systeemstroomdiagram

 

Boomstructuur

Hiërarchische structuur, die onder andere gebruikt wordt om taxonomische kennis mee in te delen. Als hij schematisch wordt getekend doet het aan een boom denken; dit wordt een 'dendrogram' genoemd. Het dendrogram kan ook op zijn kop of op zijn kant staan. Een bekend voorbeeld van een boomstructuur is een stamboom.

Hiërarchische structuur waarbij een concept wordt opgedeeld in subconcepten. Het doel is een ordening te visualiseren en zo - door gebruik te maken van verschillende niveaus - duidelijk te maken welke subconcepten bijdragen aan c.q. deel uit maken van bovenliggende concept. Het concept fungeert als 'stam', de subconcepten zijn de 'aftakkingen' van de stam.

Een boomstructuur is een hiërarchische structuur, die onder andere gebruikt wordt om taxonomische kennis mee in te delen. Als hij schematisch wordt getekend doet het aan een boom denken; dit wordt een 'dendrogram' genoemd. Het dendrogram kan ook op zijn kop of op zijn kant staan. Een bekend voorbeeld van een boomstructuur is een stamboom.

De elementen van een boomstructuur worden knopen genoemd en zijn logisch verbonden door middel van takken.

Een boomstructuur kan gehanteerd worden om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Een boomstructuur bestaat uit blokken die door lijnen met elkaar zijn verbonden. De plaats in de structuur geeft aan of en bepaald blok als hoofd- of bijzaak wordt gezien. Er ontstaat zo een hiërarchie, bijvoorbeeld doel-subdoel-middel. Via een boomstructuur kan een probleem of fout ook uiteengerafeld worden.

De relaties tussen de knopen wordt aangeduid met de namen van familierelaties:

Presentatie van gegevens in de de vorm van een hiërarchische structuur.

De naam 'boomstructuur' is afkomstig van de gelijkenis met een boom als de boomstructuur visueel wordt weergegeven in de vorm van een boomdiagram. De bron of het eerste niveau in het diagram vertegenwoordigt de stam van een boom, de onderliggende niveaus die voortvloeien uit vormen de takken en de elementen die horen bij de taken zijn te zien als bladeren.

De elementen van een boomstructuur worden knopen genoemd en zijn logisch verbonden door middel van takken.

De relaties tussen de knopen wordt aangeduid met de namen van familierelaties:

Zie ook: Clusteranalyse

 

Bottleneck

Een bottleneck of knelpunt is een proces dan wel processtap die voor het hele proces de beperkende factor vormt.

CT > dan de takttijd - dan wordt er in Lean gesproken over een bottleneck

Alias: Knelpunt, beperkende factor

 

Bovenste specificatiegrenzen

Zie: Specificatiegrenzen

 

Bowling Chart

Middel/overzicht om per maand de gestelde doelen te meten en inzichtelijk te maken
Hiertegenover staan de tegenmaatregelen wanneer doelen niet behaald zijn

 

Box-Cox transformatie

Door de statistici George Box en David Cox ontwikkelde techniek voor het transformeren van niet-normale data naar een (ongeveer) normale verdeling.

Zie: Datatransformatie

 

Box-plot

Figuur waarin de ligging van de middelste helft van de waarnemingen met een 'doosje' (box) wordt aangegeven.

Een boxplot is een manier om een grafische voorstelling te maken van groepen numerieke gegevens. Vaak worden hierbij het steekproefminimum, laagste kwartiel (Q1), mediaan (Q2), bovenste kwartiel (Q3) en het steekproefmaximum weergegeven.

De doos (box) bevat de helft van de waarnemingen (tussen het 1e kwartiel en het 3e kwartiel). Bij de mediaan is een verticale lijn getekend. Aan de zijkanten van de doos zijn twee horizontale lijnen getekend. Aan de linkerkant is een lijn die van het 1e kwartiel loopt naar de kleinste waarde van de waarnemingen die nog binnen 1,5 keer de interkwartielrange (IQR) ligt. Aan de rechterkant is een lijn die van het 3e kwartiel loopt naar de grootste waarneming die nog binnen 1,5 keer de IQR ligt. Punten die nog kleiner zijn aan de linkerkant (of groter aan de rechterkant) maar wel binnen 3 keer de IQR liggen, heten uitschieters (outliers) en worden apart getekend in een box-plot. Punten die nóg kleiner zijn aan de linker of groter aan de rechterkant, heten extreme uitschieters (outliers) en worden liefst met een ander symbool apart getekend in een box-plot.

De box-plot is een figuur die de centrering, spreiding en verdeling van een verzameling continue data weergeeft.

Een boxplot geeft overzichtelijk de spreiding van een meting in kwartielen aan en wordt gebruikt om inzicht in de variabiliteit, de opbouw van de data en de mediaan te krijgen. Bovendien laat een boxplot de uitschieters in de observaties, de outliers zien en geeft daarmee informatie over nog andere mogelijke grondoorzaken.

Een boxplot is een manier om een grafische voorstelling te maken van groepen numerieke gegevens. Vaak worden hierbij het steekproefminimum, laagste kwartiel (Q1), mediaan (Q2), bovenste kwartiel (Q3) en het steekproefmaximum weergegeven.

Hulpmddel om vijf karakteristieke getallen van een verdeling in beeld te brengen ( <invoegen opsomming> )..

Een boxplot wordt in de statistiek veel gebruikt en is een diagram waarin vijf karakteristieke getallen van een verdeling worden weergegeven. Deze vijf getallen zijn het minimum, het eerste
kwartiel (Q1), de mediaan, het derde kwartiel (Q3) en het maximum van de waargenomen data. In een boxplot zie je snel de verdeling van de data en de uitschieters.


Zie: Boxplot (Box-and-whisker diagram)

Zie: Statistische concepten en hulpmiddelen: boxdiagram

Alias: Boxdiagram, Box-and-Whisker diagram, Box en whisker diagram

 

BPM

Zie: Business Process Management

 

BPR

Zie: Business Process Reegnineering

 

Brainstorm

Gestructureerde manier om in een groep creatief oorzaken en oplossingen te zoeken. Eén van de 7 Tools van TPM.

 

Brainstormen

Techniek die in groepsverband creatief denken stimuleert om daardoor in korte tijd ideeën te verzamelen.

Techniek die creatief denken stimuleert. De regels waarbinnen de brainstorm plaatsvindt, stimuleren de deelnemer tot een actieve bijdrage. Het brainstormen moedigt zo oen en onbelemmerd denken aan. Oude denkpatronen en bedrijfsblindheid worden doorbroken door onverwachte invallen.

Techniek om ideeën te genereren. Rolverdeling, regels en fasering leiden het creatieve proces in goede banen. Als afsluiting van een brainstorm kan     via overleg of met behulp van besluitvormingstechniekn besloten worden met welk(e) idee(en) u verder gaat. Het doel van een brainstorm is: (1) het bundelen van creativiteit en denkkracht, (2) een wij-gevoel bewerkstelligen.

Zie: Destructief brainstormen

Zie ook:

http://www.raamstijn.nl/eenblogjeom/index.php/lean-six-sigma/3622-belangrijkste-begrippen-lean-six-sigma-lss-b

 

Bronoorzaak

Datgene dat uiteindelijk het probleem veroorzaakt. Te vinden door 5x Why toe te passen.

 

Brown paper

Instrument voor het visualiseren van het proces, waarbij van iedere processtap een korte beschrijving wordt gegeven en de bijbehorende documentatie wordt vastgelegd.

Een Brown Paper sessie is een manier om een proces of model gezamenlijk te visualiseren. Op een groot stuk ‘brown paper’ wordt het proces van de afdeling of verbetertraject in beeld gebracht. Hierdoor wordt duidelijk uit welke stappen dit proces bestaat, wat tussenresultaten en benodigdheden zijn en wie er bij betrokken zijn.

Een brown paper is een typische Lean-tool om samen met de medewerkers het procesverloop inzichtelijk te maken en de issues die hier spelen. Een 'Brown Paper' process map laat in detail alles zien wat er 'gebeurt' in een proces: het beschrijft hoe elke processtap verloopt en de bijbehorende activiteiten, materiaal- en informatiestromen, schermprints, inputs en outputs. Door het gehele procesverloop van begin tot eind zichtbaar te maken, wordt het inzicht vergroot en kan worden gezocht naar verbeteringen.

 

Buffer

Tijdelijke voorraadplaats voor produten, bedoeld om niet-voorspelde fluctuaties in tijd en/of aantallen tussen twee activiteiten op te vangen.

Een bewust in de processtroom aangebrachte werkvoorraad, waarin middelen of mensen wachten op (verdere) bewerking.

 

Buffervoorraad

Hoeveelheid voorraad die tussen processen wordt verzameld om een proces te beschermen tegen tekorten als gevolg van ongelijk capaciteiten. Buffers zijn een vorm van voorraad, een van de zeven vormen van verspilling.

Voorraad om niet-voorspelbare fluctuateis in de vraag op te vangen.

 

Zie ook: 7 Verspillingen

 

Burning platform

Uitdrukking die aangeeft dat er een noodzaak voor verbetering aanwezig is die door betrokkenen wordt gedeeld en waarvoor iedereen bereid is zich volledig in te zetten. Symbolisch voor de olie-industrie: als een boorplatform in brand staat, gaat iedereen met volle overgave blussen.

 

Business Case

Het financiële verbeterpotentieel wat door de operationele verbeteringen gerealiseerd dient te worden.

 

Business Intelligence

Managementbenadering waarmee een organisatie kan bepalen welke informatie nuttig en relevant is voor de zakelijke besluitvorming. Het is een breed concept op basis waarvan organisaties sneller betere beslissingen kunnen nemen, gegevens omzetten in informatie en een rationele managementbenadering toepassen.

 

Business Non-value added (BNVA)

BNVA/nodige niet-waardetoevoegende activiteiten (opgelegd vanuit externe regelgeving)

 

Business Process Management

Gestructureerde aanpak voor het identificeren, modelleren, bewaken, analyseren en optimaliseren van bedrijfsprocessen.

Alias: BPM

 

Business Process Reengineering

Rigoureuze procesverbeteringsmethode

Fundamenteel herzien en radicaal herontwerpen van bedrijfsprocessen om drastische verbeteringen in de prestaties en toegevoegde waarde van de organisatie te bereiken.

Business Process Reëngineering. Methode om bedrijfsprocessen opnieuw in te richten. In 1984 geïntroduceerd door Michael Hammer en James Champy in hun boek ‘Reengineering the Corporation’.

Alias: BPR

 

Business Value Adding (BVA)

Activiteiten die geen directe waarde toevoegen vanuit het perspectief van de klant, maar wel om andere redenen nodig zijn (wetgeving, juridische achtergrond, accounting).

 

Business Rule

Expliciet gemaakte bedrijfsregels die sturend is voor de inhoud of het verloop van een proces (en het management daarvan).

 

BOB

Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming. Doorlopen van stappen om tot een effectief teambesluit te komen.






 

Laatst aangepast op maandag, 24 mei 2021 08:42