module and plugin to add google adsense to joomla based websites
Causale lussen volgens Jan Jutten
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into Afdrukken

systeemdenken jan jutten causale lussen

In het boek Natuurlijk leren - systeemdenken in een lerende school beschrijft Jan Jutten causale lussen als 'taal van het systeemdenken':

causale lussen jan jutten systeemdenken

Een van de kenmerken van systeemdenken is het anders kijken naar oorzaak-gevolg-relaties. De taal die wij gewoon zijn om te spreken is lineair: A veroorzaakt B.

Maar systemen werken anders: ze bestaan uit 'rondlopende lijnen', uit elementen die met elkaar samenwerken, elkaar beïnvloeden. Factor A veroorzaakt niet zomaar factor B, maar A en B beïnvloeden elkaar voortdurend. We noemen dit cyclisch denken.

Factor A heeft tot gevolg factor B. Maar factor B beïnvloedt op zijn beurt weer factor A. De prestaties van een kind zijn van invloed op de verwachtingen van de leraar, maar ook andersom!

Systemen zenden zelf continu signalen via rondlopende lussen van oorzaak- en gevolgrelaties. Ze worden ook wel feedback-lussen of terugkoppelingen genoemd. De term 'feedback' heeft bij systeemdenken een andere betekenis dan bij communicatie.

Er wordt mee bedoeld, dat een gevolg door de terugkoppeling invloed heeft op de oorzaak, dat een oplossing invloed heeft op het probleem.

In figuren met causale lussen wordt deze onderlinge invloed met behulp van pijltjes weergegeven. Van één element (een variabele) naar een ander en weer terug. De afgelopen jaren is ten behoeve van systeemdenken een 'nieuwe taal' ontwikkeld om de werking van systemen in kaart te brengen. De causale lussen vormen een belangrijk onderdeel van deze taal.

(...)

Het alfabet van systeemdenken

De manier waarop onze taal is opgebouwd, werkt het lineair denken in de hand: onderwerp, persoonsvorm, lijdend voorwerp. Als iemand bijvoorbeeld zegt: 'Ik bestuur de auto', dan ziet deze zin er vanuit lineair perspectief zo uit:

lineair denken systeemdenken

In werkelijkheid is de situatie echter complexer. Het gedrag van auto's is immers niet alleen het gevolg van de manier van rijden, maar beïnvloedt ook het rijgedrag. Als de auto bijvoorbeeld naast de weg dreigt te raken en gaat slingeren, heeft dit invoed op het rijgedrag. Er is dus voortdurend sprake van terugkoppeling, ook wel feedback genoemd.

cyclisch denken systeemdenken

Onze taal is van grote invloed op onze manier van denken. En onze denkwijze bepaalt hoe we handelen. Een lineaire taal leidt tot lineair denken. Lineair denken tot lineair handelen.

(...)

Systeemdenken vraagt als het ware om een andere taal. Een taal met een andere opbouw, die meer tegemoet komt aan de manier waarop systemen werken. In principe is deze systeemtaal eenvoudig. Met enkele basisbegrippen kunnen we complexe systemen in kaart brengen.

Het systeemalfabet bestaat eigenlijk uit slechts twee hoofdregels:

Positieve en negatieve relaties tussen variabelen

Een variabele is een schaalbare grootheid: dat houdt in, dat elementen die we in een gedragspatroongrafiek rond een relatiecirkel of in een causale lus plaatsen, moeten kunnen toenemen of afnemen.

We maken daarbij onderscheid tussen harde variabelen (meetbaar), en zachte variabelen (niet meetbaar, wel schaalbaar). Het formuleren van goede variabelen is een van de belangrijkste maar tegelijk ook een van de moeilijkste onderdelen van systeemdenken. ...

Kenmerkend voor een systeem is dat de elementen binnen een systeem met elkaar samenwerken en elkaar beïnvloeden. Er is sprake van een structuur. Tussen variabelen of elementen van een systeem bestaat een relatie. Deze relatie kan positief en negatief zijn.

Positieve relaties tussen variabelen

De relatie is positief als toename van de ene variabele leidt tot toename van de andere. Of (en dat is soms verwarrend) als afname van de ene variabele leidt tot afname van de andere. Positieve relatie wil hier dus zeggen: beide variabelen 'gaan dezelfde kant op'. Als we de variabelen in gedragspatronen zetten, stijgen of dalen ze beide.

Een positieve relatie wordt aangeduid met een '+'. In het algemeen gebruikt men om verwarring te voorkomen de 'S' van 'the Same' (in het Nederlands makkelijk te onthouden met het ezelsbruggetje 'Selfde'. De 'S' plaatsen we altijd bij de pijlpunt.

(...)

Negatieve relatie tussen variabelen

De relatie is negatief als toename van de ene variabele leidt tot afname van de andere of andersom. Negatief wil hier dus zeggen: de beide variabelen 'gaan een andere kant op'.

Als we de variabelen in gedragspatroongrafieken zetten, stijgt de ene variabele en daalt (daardoor) de andere.

Een negatieve relatie wordt aangegeven door een '-'. In het algemeen gebruikt men een 'O' van Opposite. In het Nederlands te onthouden met als ezelsbruggetje 'Ongelijk'.

(...)

Versterkende en stabiliserende lussen

In sommige gevallen is de relatie tussen twee variabelen enkelzijdig. Een voorbeeld:

versterkende stabiliserende lussen systeemdenken jan jutten

Hoe meer financiële middelen een schoolleider ter beschikking heeft, hoe meer mogelijkheden er zijn om nieuwe materialen aan te schaffen. Andersom is dit niet zo.

In veel situaties is er sprake van een dubbelzijdige relatie. In zo'n geval spreken we van een causale lus.

causale lus systeemdenken versterkende relatie

Als de betrokkenheid van de deelnemers toeneemt, zal het rendement van de vergadering ook toenemen. Andersom is dit ook zo: als teamleden ervaren dat een vergadering iets oplevert, zal dit van invloed zijn op hun betrokkenheid. Let op: dit verhaal is plausibel! Het zal dus wel niet altijd en overal zo zijn. Als een relatie tweezijdig is, is er sprake van een causale lus. We noteren dit als volgt:

causale lus systeemdenken jan juttennnnn

Causale lussen bieden in het systeemdenken dus de mogelijkheid om cyclisch te denken visueel weer te geven. Twee of meer variabelen beïnvloeden elkaar over en weer. Nu onderscheiden we in de systeemtaal twee soorten lussen: versterkende en stabiliserende.

Versterkende lussen: positieve feedback

Bij versterkende lussen zien we een vorm van terugkoppeling die zorgt voor steeds verdergaande groei of afname. Dan kan zijn in de natuur of in allerlei menselijke aangelegenheden. Een voorbeeld:

Je heb een vijver met twee waterlelies. De planten blijken het goed te doen en na een tijdje zijn het er vier. Vervolgens acht, zestien en op een gegeven moment is de vijver half vol. Enkele dagen later......is de vijver helemaal vol gegroeid met waterlelies. ...

Door middel van de causale lus wordt duidelijk gemaakt dat de hoeveelheid waterlelies van invloed is op de snelheid van de toename. Andersom geldt ook: hoe sneller het aantal toeneemt, hoe meer waterlelies er in de vijver komen.

De systeemtaal gebruikt een R in het midden van de lus om aan te geven dat we met een reinforcing (versterkende) lus te maken hebben. Soms zie je ook een sneeuwbal. Een toepasselijk symbool vanwege het te verwachten sneeuwbaleffect.

reinforcement versterkende causale lus systeemdenken jan jutten

(...)

Een versterkende lus kan dus zowel een voortdurende toename als een voortdurende afname betekenen. Dit lijkt verwarrend: ook een voortdurende afname van de variabele wordt een versterkende lus genoemd.

Als er sprake is van een versterkende lus, hoor je mensen zeggen: 'We zitten in een opwaartse (of neerwaartse) spiraal!' of 'Dit heeft een sneeuwbaleffect!'

(...)

Stabiliserende lussen: negatieve feedback

De meeste systemen vertonen als het ware een ingebouwd verzet tegen te grote verandering. Ondanks het feit dat er zoveel gesproken wordt over verandering in scholen, zien we toch heel veel zaken hetzelfde blijven. Het lijkt net of het systeem zelf zoekt naar evenwicht. Stabiliteit is heel belangrijk voor een systeem om te kunnen overleven. Voortdurende groei of afname is immers niet mogelijk.

Deze stabiliteit komt tot stand via de zogenaamde negatieve feedback. Stabiliserende lussen worden ook wel balancerend genoemd. Vandaar het gebruik van de letter B in het diagram.

De stabiliseringsprocessen zorgen ervoor dat een systeem nooit te ver van zijn 'natuurlijke' actieradius afdwaalt. Het is net of ze een soort ingebouwde intelligentie van het systeem vormen.

As we een stabiliserende lus in een causale lus zetten, ziet dit er als volgt uit:

stabiliserende causale lus negatieve feedback systeemdenken jan jutten

Als de honger toeneemt,zal ik (meer) eten. Hierdoor neemt de honger af. Als de honger afneemt, zal ik niet eten, waardoor de honger weer toeneemt. Het systeem houdt zichzelf op deze wijze in evenwicht.

Stabiliserende lussen zijn altijd verbonden aan een doel. Net alsof het systeem weet 'hoe het hoort te zijn' en alles doet wat in zijn macht ligt om deze opnieuw te bereiken. Stabiliserende lussen zijn er voortdurende op gericht om het systeem op een gewenst niveau te houden. Ze bieden weerstand aan verandering in één richting. Ze zorgen voor verandering in de tegenovergestelde richting, waardoor de eerdere effecten weer worden opgeheven.

(...)

Een van de eigenschappen van stabiliserende lussen, is dat ze veel minder zichtbaar zijn dan versterkende lussen. Ze zorgen er 'stilletjes' voor, dat alles bij het oude blijft. Dat valt veel minder op dan veranderingen. Neem als voorbeeld je lichaamstemperatuur. Het lichaam is voortdurend bezig om deze temperatuur constant te houden, zonder dat we daar iets van merken. Als er sprake is van koorts en de temperatuur oploopt, merken we dat meteen!

(...)

Samenvattend: de belangrijkste regels bij causale lussen

Bron: Natuurlijk leren - systeemdenken in een lerende school, Jan Jutten

 

Tags:
Laatst aangepast op zaterdag, 20 januari 2018 20:43